Bij deze eerste sleutelfactor voor succes en geluk gaat het om jouw talenten. Volgens de definitie van Van Dale is talent: een gave (al dan niet door God geschonken), met betrekking tot het gebruik dat men ervan maakt. In deze definitie zitten al meteen twee belangrijke aspecten voor het bereiken van succes en geluk. Het gaat er dus om dat je jouw talenten moet vinden en dat je er iets mee moet doen.

Ieder mens heeft als hoogste doel zelfontplooiing. Deze stelling is afkomstig van de gezaghebbende psycholoog Abraham Maslow. Hij kon, toen hij rond de jaren tachtig van de vorige eeuw deze theorie presenteerde, niet vermoeden dat die zo’n grote invloed zou krijgen. Volgens zijn theorie over de behoeften van de mens is de eerste behoefte van ieder mens fysiek (eten, drinken en seks), de tweede is veiligheid (gezondheid en een dak boven het hoofd), de derde is sociale verbondenheid (geaccepteerd en geliefd worden), de vierde is waardering krijgen (respect en complimenten ontvangen) en de vijfde en hoogste behoefte is zelfontplooiing (maximale zelfontwikkeling). Aan een hogere behoefte komt men pas toe als een lagere/eerdere is vervuld.

Zelfontplooiing. Je kunt geen krant of tijdschrift openslaan of je wordt geconfronteerd met de moderne varianten van dit woord. Veel mensen willen hun passie vinden, maatschappelijk verantwoord bezig zijn, naar zingeving zoeken, positieve energie krijgen of in flow zijn. Sommigen spreken zelfs over ‘Dit is mijn ding’. Van de deelnemers van Idols tot de gasten van Jinek, van de lezers van Happinez tot de lezers van Intermediar, iedereen lijkt op reis te zijn naar hetzelfde eindpunt, het topje van de behoeftepiramide; zelfontplooiing. De sleutel tot zakelijk succes en persoonlijk geluk lijkt persoonlijke groei te zijn. Ook ik ben van mening dat persoonlijke groei het belangrijkste doel in ons leven is. We zullen moeten blijven groeien, zowel in onze loopbaan als in ons privéleven.

‘Persoonlijke groei, oké, maar niet iedereen heeft toch dezelfde capaciteiten?’ hoor ik je denken. Ja, dat klopt. Daarom heet het persoonlijke groei. Ieder mens heeft een ander startpunt en een ander eindpunt, maar het gaat om wat daartussen zit. Hét doel van ieders leven is naar mijn bescheiden mening eruit te halen, wat erin zit. Ben je dat met me eens? Ik kan deze stelling niet bewijzen, maar ga even mee in mijn redenering. Misschien verhoogt die redenering wel inderdaad jouw succes en geluk.

In de natuur zie je een vast ontwikkelingspatroon bestaande uit twee stadia; groei en sterven. In de natuur zit er feitelijk niets tussen groeien en doodgaan. Iets groeit of iets gaat dood. Stilstand is geen achteruitgang, stilstand bestaat niet in de natuur. Planten groeien of ze gaan dood. Dieren groeien of ze gaan dood. Mensen groeien of ze gaan dood. Iedere veertig dagen worden alle cellen in het menselijk lichaam vervangen door nieuwe cellen. Een constant groei proces. Uiteraard is bij persoonlijke groei van mensen geen lichamelijke groei bedoeld, maar een van de vele andere soorten groei, zoals verstandelijke, emotionele, zakelijke, spirituele, financiële, relationele of maatschappelijke groei. Deze groei is dus zelfontplooiing en daarbij is het vinden en gebruiken van je talenten cruciaal.

Een prachtig beeld van potentiële groei is het blad van een varen. De kleine knop van het jonge, nog ingerolde blad zal zich heel snel ontwikkelen tot een groot volwassen blad. Een blad dat meer dan honderd keer groter is. Dit blad zal vervolgens afsterven en de plant zal zich weer vernieuwen. Een oude bevolkingsgroep uit Nieuw-Zeeland, de Maori’s, heeft de knop van het ontluikende jonge varenblad als het symbool van leven gekozen. Je treft dit levenssymbool overal aan, als versiering op tafels, wanden en gebruiksvoorwerpen, zelfs als tatoeage op de huid van de lokale bevolking.

Bij deze eerste sleutelfactor zijn twee kernvragen te onderscheiden: 1.Wat is mijn talent? en 2. Gebruik ik mijn talent ook daadwerkelijk?

Wat is mijn talent?

Het benoemen van jouw sterkte(n) is het vertrekpunt voor het bereiken, vergroten en behouden van succes en geluk. Het is altijd het beste te vertrekken vanuit je eigen kracht. Het is namelijk makkelijker nog beter te worden in wat je goed kunt dan om je te trainen in je zwakten. Dit in tegenstelling tot wat veel trainings- en ontwikkelingstrajecten in bedrijven mensen proberen te doen geloven. Er zijn twee scholen. De eerste school meent dat je je moet bekwamen in wat je van nature (nog) niet goed kunt. De tweede school zegt dat je moet woekeren met je talenten en dat je nog beter moet worden in wat je al goed kunt. Ik behoor tot de tweede school. Zorg dat een aantal kernvaardigheden (communicatie, conflict hantering etc.) op voldoende niveau zijn en concentreer je dan op wat je steengoed kunt. Laat de rest vooral aan anderen over.

‘Oké, maar waarin ben ik eigenlijk steengoed in?’ hoor ik je denken. Dit is een heel goede vraag, want hij brengt je dichter bij jouw talent (en dus jouw geluk en succes). Als je het antwoord (nog) niet precies weet, is dat geen punt. Ga bij anderen afkijken. Laat je inspireren door de talenten van anderen. Als je goed zoekt, zijn er veel voorbeelden te vinden van inspirerende mensen, die heel goed zijn omgegaan met hun talenten. Zij zijn steengoed geworden in wat zij doen. Zoek jouw eigen sterren in de sport, de wetenschap, de literaire wereld, het zakenleven, de filmwereld, de muziek, de politiek, de kunst, de ruimtevaart enzovoort.

Ik zelf bewonder een aantal mensen om hun talenten. Deze mensen inspireren mij, mensen als Madonna om haar grote zelfvernieuwende vermogen, Richard Branson om zijn ondernemerschap, Albert Einstein om zijn genialiteit, Michelangelo om zijn veelzijdigheid en kunstzinnigheid, Johan Cruijff om zijn sportieve prestaties en orakelschap, Oprah Winfrey om haar persoonlijkheid, Bill Clinton om zijn kwetsbaarheid en leiderschap, Reinhold Messner om zijn lef en zelfkennis, Jodi Foster om haar acteerprestaties en Nelson Mandela om zijn vasthoudendheid.

Er zijn vreemd genoeg niet veel mensen die zich laten inspireren door anderen. Tijdens de seminars die ik geef, ben ik erachter gekomen dat mensen niet graag een ander persoon als ‘held’ of ‘idool’ betitelen. Zij doen zichzelf onnodig te kort “Je bewondert toch niemand want iedereen maakt toch fouten” aldus één van hen. Ja, daar gaat het nu juist om; mensen te bewonderen om hun talent, want iedereen heeft zijn fouten ook Clinton en Mandela, dan hou je niemand meer over. Een headhunter verwoorde dit punt heel aardig: “Meneer de Vries, iedere koe heeft wel een vlekje. Als het bedrijf de kandidaat zelf werft valt dat vlekje niet op maar als wij de kandidaat hebben aangedragen dan begint na drie maanden ineens dat vlekje op te vallen”. Ook kom ik vaak mensen tegen die met enige gene bekennen dat degene die hen inspireert hun partner is of een familie lid. Prachtig, kan niet beter, dat is dichtbij en gratis roep ik dan.

Ik kan eigenlijk genieten van ieder mens die iets steengoed kan. Echte sterren op hun gebied. Dat kan ook de tuinman of de timmerman zijn. Ik kan genieten van het getrainde oog van de chef-monteur in mijn garage, de topkok die superieure Thaise soep maakt, de lerares die kinderen leert te leren en de drummer op straat die swingt omdat hij de kunst verstaat van het weglaten van slagen.

Terug naar de stelling dat je je moet laten inspireren door de talenten van anderen. Ook in het bedrijfsleven laat men zich zelden inspireren door anderen. Ondanks mooie woorden als best practices, bench marking en business intelligence wordt er maar zelden goed en gestructureerd afgekeken. Zoals ik het zeg: spieken mag niet…. spieken moet! Zo kun je zelfs inspiratie opdoen bij je grootste concurrenten. Wat je in plaats daarvan vaak tegenkomt, is een soort chronische arrogantie bij de grote partijen en een soort valse bescheidenheid bij de kleinte spelers.

In de meeste bedrijven en instellingen wordt gelukkig nog wel één keer in de zoveel tijd een analyse gemaakt van de sterke en zwakke punten van het bedrijf en de kansen en bedreigingen in de markt. Deze zogenaamde SWOT-analyse (strengths, weaknessses, opportunities en threats) is een goede eerste stap op weg naar succes. Het gaat vervolgens om de vraag: hebben we deze sterkten (en zwakten) ook daadwerkelijk gebruikt? Dit brengt ons op de tweede kernvraag van deze sleutelfactor.

Gebruik ik mijn talent ook daadwerkelijk?

Het is aardig als een persoon het talent heeft gekregen om goed te tennissen of als een bedrijf het talent heeft om goed bancaire producten te verkopen. De vraag is of zij dat talent vervolgens ook gaan gebruiken, uitbouwen en ermee woekeren? Conform de eerste sleutelfactor moet je jouw talent uitbuiten. Het gaat er dus niet alleen om dat je je talent benoemt, maar dat je er ook daadwerkelijk iets mee doet.

Dit is steeds relevant bij belangrijke keuzes die zich in de normale gang van het leven aandienen. In jouw leven kom je voor een aantal belangrijke beslissingen (kruispunten) te staan. Aangekomen op een van deze kruispunten is de vraag wat wil ik nu de kern van de oplossing. Ik noem de belangrijkste kruispunten waarvan de meeste van ons in de gang van het leven er een aantal zullen tegenkomen:

  • Keuze opleiding
  • De eerste baan
  • Verhuizen
  • Keuze levenspartner
  • Kinderen krijgen/een gezin stichten
  • Een carrièrestap binnen of buiten het bedrijf
  • Het dilemma al dan niet voor jezelf beginnen
  • De midlifecrisis (tussen het 38e en 45e levensjaar)
  • Ontslag of faillissement
  • Overlijden ouders
  • Pensionering
  • Overlijden partner

Op deze kruispunten in je leven aangekomen, vraag je je vaak af: ‘Wat moet ik nu doen?’ Het antwoord op deze belangrijke vraag ligt besloten in het weten wat je écht wilt. Daar zit je echte drive. Het motortje van jouw bestemming. Vervolgens is het nodig te benoemen wat je goed kunt. De combinatie van wat je heel graag wilt met wat je steengoed kunt, brengt je bij jouw talent.

Rond mijn veertigste was ik in een behoorlijke midlifecrisis terechtgekomen. Ik had mijn hele zakelijke leven ernaar gestreefd een manager te worden, maar dat was niet mijn grootste talent. Ik kwam er langzaam achter dat ik niet echt een manager was, maar dat ik het manager zijn speelde. Ik was niet authentiek. Ik herinner mij het moment dat inzicht kreeg als de dag van gister. Ik vroeg aan een medewerkster bij mij op kantoor (ik had toen een adviesbureau) hoe het met haar moeder ging, omdat ik ooit op een training had geleerd dat ze dan meer voor mij zou gaan (maar niet omdat ik oprecht geïnteresseerd was in haar moeder). Meteen toen ze mij antwoord begon te geven, dwaalde mijn gedachte al af. Zij had natuurlijk door dat ik niet echt geïnteresseerd was in haar verhaal, en ik had dat gelukkig toen zelf ook door. Ik realiseerde me dat ik meer een inspirator was dan een manager. Er waren heel veel managers, die dolgraag meer inspirerend zouden willen zijn… en ik… ik was een inspirator, die… een manager wilde worden…Gekker kon het niet worden! Het zou zowel hen als mij nooit echt goed gaan lukken. “Het mooiste wat je kunt worden, ben jezelf”, hoorde ik eens iemand zeggen. Daarmee ben ik vanaf die dag toen maar snel begonnen!

Er zijn veel mensen die geloven dat hun eigen geluk en succes niet maakbaar zijn. Er zijn mensen die geloven in de bestemming van het lot en niet in een eigen rol in hun succes en geluk.

Het volgende mooie voorval zal ik niet snel vergeten. Ik hielp eens een cliënt bij de verkoop van zijn bedrijf. Verkopen bleek, na een grondige afweging van de belangen van alle verschillende betrokkenen, de beste optie voor het bedrijf. Deze cliënt, een man van nog geen veertig, wist heel goed wat zijn persoonlijke wens was. Zijn diepe bezielende wens was: weer zichzelf te zijn. Hij had in zeven jaar een groot, succesvol bedrijf opgebouwd en was noodgedwongen in zijn rol van algemeen directeur meer een bestuurder geworden dan een ondernemer. Het resultaat van het spannende verkoopproces zou voor hem persoonlijk dan ook moeten zijn: dat hij weer kon gaan doen wat hij écht graag wilde en héél goed kon: ondernemen. De verkoop van het bedrijf zou hem voorgoed financieel onafhankelijk maken en zou voor de rest van zijn leven de weg vrijmaken voor ondernemerschap. Toen wij de beslissende vergadering hadden met de kopende partij (een grote multinational) ontmoette ik hem ’s ochtends in de hal van een groot, prestigieus advocatenkantoor. Hij was zoals gewoonlijk casual gekleed. Zijn flanellen houthakkershemd en beige broek staken fel af tegen de keurige overhemden, zijden dassen en donkere pakken van de, naarstig door de hal rennende, advocaten. Hij zag aan mijn gezichtsuitdrukking dat bij onze ontmoeting zijn stereotiepe dresscode mij wederom niet was ontgaan. Hij kon echter niets meer zeggen, omdat de secretaresse er net aankwam om ons op te halen. We werden door haar naar een grote statige vergaderzaal geleid. Terwijl wij daar plaatsnamen aan een grote ovale tafel, om deel te gaan nemen aan wellicht de belangrijkste vergadering van zijn leven, fluisterde hij de even geruststellende als filosofische woorden: “Ik ben vandaag verkleed als mezelf.”