Toegevoegde waarde: ‘De verhoging van de betekenis die iets heeft’ (Van Dale).

De tweede sleutelfactor voor succes en geluk is toegevoegde waarde. Deze factor houdt verband met de eerste sleutelfactor. Ging het er bij de eerste sleutelfactor om dat we ons talent moeten vinden en gebruiken, in de tweede gaan we vaststellen op welk gebied wij waarde willen toevoegen in het leven (zakelijk en privé). De definitie van toegevoegde waarde is volgens Van Dale ‘de betekenis die iets heeft’ wordt verhoogd. Het gaat er dus om dat we de betekenis van ons leven verhogen. Het synoniem voor succes is volgens Van Dale ‘welslagen’. Wie bepaalt wanneer jij slaagt, wanneer jij geslaagd bent? Ja, heel goed, jij en niemand anders. Deze sleutelfactor gaat over het opsporen van de gebieden waarin jij wilt slagen, de gebieden waarin jij waarde wilt toevoegen in jouw leven.

Laten we het wat vage en abstracte begrip toegevoegde waarde eerst nog even toelichten aan de hand van drie verschillende concrete invalshoeken.

  • Btw
  • Voor wat hoort wat
  • Middel of doel?

Btw

Elk kwartaal moet een bedrijf een btw-aangifte (belasting over de toegevoegde waarde) doen bij de belastingdienst. Een steeds terugkerend en vervelend karwei, waarbij men moet berekenen wat er aan waarde is toegevoegd. Door van de verkochte producten en diensten de inkopen af te trekken houdt men de toegevoegde waarde van het bedrijf over. Vervolgens mag het bedrijf hierover eenentwintig of negen procent belasting betalen. Ik spreek over mag omdat het eigenlijk een voorrecht is: het bedrijf heeft immers waarde toegevoegd. Iedere manager en ieder gewoon mens zouden eigenlijk ook één keer per kwartaal de balans moeten opmaken om vast te stellen of zij/hij waarde heeft toegevoegd. Ofwel, of hij/zij in zijn/haar leven waarde heeft toegevoegd.

Voor wat hoort wat

Een andere invalshoek om het wat vage begrip toegevoegde waarde wat in te kaderen is het voor wat hoort wat principe (ook wel wederkerigheid genoemd). Als je iets toevoegt, mag je ook wat terugvragen voor de door jou geleverde toegevoegde waarde. Dat geldt voor personen maar ook voor bedrijven. Als een bedrijf of persoon iets terugvraagt voor de toegevoegde waarde die dat bedrijf of dat persoon heeft geleverd, dan spreken we van ‘waarde ontvangen’ of wel van ‘waarde nemen’. Voor wat hoort wat. Eigenlijk zijn er vier soorten bedrijven en mensen (waaronder begrepen managers en medewerkers) te onderscheiden.

  1. Bedrijven/mensen die waarde toevoegen en iets terugvragen: de ondernemer.
  2. Bedrijven/mensen die waarde toevoegen, maar niets terugvragen: de filantroop.
  3. Bedrijven/mensen die geen waarde toevoegen en niets terugvragen: de nietsnut.
  4. Bedrijven/mensen die geen waarde toevoegen, maar wel iets terugvragen: de charlatan.

Middel of doel?

Laten we het wat abstracte begrip toegevoegde waarde nog eens van een andere kant wat nader toelichten: de relatie tussen het middel en het doel. Toegevoegde waarde gaat over het doel en niet over het middel. Het gaat over de uitkomst en niet de manier waarop. Ik had ooit een professor die een aardige stelling had over de bijna klassieke middel/doel discussie die vaak in bedrijven gevoerd wordt. Hij verwoordde het verschil tussen het middel en het doel heel treffend: ‘U verkoopt geen boor, maar gaten.’ Het gaat niet om het verkoopplan maar om een goed gevoel over de verkoopresultaten, het gaat niet om dat grotere huis maar om de status die je aan dat huis ontleent. Het gaat niet om dat weekendje weg maar om de tijd voor elkaar. Het gaat niet om dat merk sportschoenen maar om erbij te horen. Het gaat niet om het middel maar om het doel. De echte toegevoegde waarde zit in het bereiken van het doel onafhankelijk van welke middelen je inzet.

Het werd me langzaam duidelijk wat hij bedoelde. Zou datzelfde gevoel (over sales resultaten, status, erbij horen) ook te realiseren zijn via een ander middel? Of zou dat gevoel misschien ook te realiseren zijn zonder een middel? Zou dat andere gevoel misschien rechtstreeks door te realiseren zijn simpelweg door een goed gevoel op te roepen?

Persoonlijk geluk van 5 tot 9

Om gelukkig te zijn moet je waarde toevoegen in het leven. Dat geeft namelijk voldoening en het bevordert je persoonlijke groei. Maar de vraag is nu: welke waarde wil jij toevoegen in het leven? Wat versta jij persoonlijk onder geluk? Dat is de kernvraag van deze tweede sleutelfactor. Het toevoegen van die specifieke waarde zal je gelukkig maken. Wat wil je voor jezelf (en anderen om je heen) betekenen? Wat wil jij? Op welk gebied wil jij slagen? Er zijn in totaal twaalf gebieden te onderscheiden in jouw zakelijke- en privéleven. Al deze twaalf gebieden strijden om jouw middelen (aandacht, energie, tijd en geld). Jij bent als het ware een circusartiest die met twaalf draaiende schotels op steeltjes. Hoe houd je alle bordjes in de lucht? Want als je het ene schoteltje jouw aandacht en energie geeft dan krijgt het andere schoteltje even geen aandacht en energie. Dat andere schoteltje zal steeds langzamer gaan draaien. En als dat andere schoteltje te lang achter elkaar geen aandacht en energie krijgt? Juist, dan valt het op de grond en valt het stuk. Het is niet meer te repareren. Beteuterd kijk je naar de scherven. Je vraagt je af: ‘Heb ik wel de goed prioriteiten gesteld?’. Maar veel tijd voor deze vraag heb je niet want de resterende bordjes draaien nog wel gelukkig. En zij? Zij dingen nu allemaal weer naar jouw aandacht en energie.

 

Zakelijk succes van 9 tot 5

Voor het maken van keuzes voor zakelijk succes geldt hetzelfde principe als voor persoonlijk geluk. Ook voor jouw zakelijke succes is weer de vraag: hoe wil ik waarde toevoegen? Wat versta ik persoonlijk onder zakelijk succes? Het gaat nu niet om twaalf maar om vijf gebieden. We noemen dit de Zakelijke Succes Analyse

Er zijn vijf gebieden waarin je keuzes moet maken voor de specifieke waarde die jij wilt toevoegen in jouw zakelijke leven. De vijf gebieden zijn:

  1. jouw favoriete branche
  2. jouw favoriete vak
  3. jouw favoriete functie
  4. jouw favoriete cultuur
  5. jouw favoriete zelfstandigheidgraad.

 

  • Jouw favoriete branche lijkt me duidelijk. Werk je liever in de zorg, de zakelijke dienstverlening, de detailhandel, een productiebedrijf, de landelijke overheid, een gemeentelijke overheid, een instelling of iets anders? Iedere branche heeft zijn eigen dynamiek.
  • Jouw favoriete vak kan van alles zijn: financiën, administratie, P&O, marketing, verkoop, logistiek, ICT enzovoort. Schoenmaker hou je bij je leest of niet?
  • Je favoriete functie. Ben je meer een denker of een doener, een generalist of een specialist, een lijnman/vrouw of een stafman/vrouw? Ben je graag eindverantwoordelijk?
  • Je favoriete cultuur in de onderneming die het best bij jou past. Werk je liever nationaal of internationaal? Kom je beter tot je recht in een commerciële omgeving of in een non-profit omgeving? Ben je meer op je plaats in een behoudende cultuur (marktleiders) of in een pionierscultuur (nieuwe toetreders)? De bedrijfscultuur is het minst zichtbare als je nog buiten staat maar zeer sterk van invloed op jouw arbeidsvreugde noot 7.
  • Hoeveel zelfstandigheid heb jij nodig? Wil je liever voor een baas werken of liever voor jezelf? Ben je een echte ondernemer of ondernemend. Doe je het alleen of met partners?

 

De keuzes die jij binnen de vijf gebieden maakt, zijn van groot belang voor je zakelijke succes. Hoe beter jij weet wat je leuk vindt en waar je goed in bent (sleutelfactor 1) en hoe beter dat talent past op de gebieden waar jij zakelijk waarde wilt toevoegen (sleutelfactor 2), des te succesvoller jij zult zijn.

Bij het kiezen van een nieuwe baan is het verstandig om een deel van jouw opgedane ervaring te hergebruiken. Dat komt jouw ervaring en routine sterk ten goede. Dit betekent dat je niet in alle vijf gebieden tegelijkertijd wijzigingen kunt aanbrengen. Bij het wisselen van baan loop je namelijk altijd een bepaald afbreukrisico (de kans dat je de functie niet aankunt of dat deze niet past bij jouw talenten). Het is verstandig, als je dit risico wil beperken, om in niet meer dan één gebied wijzigingen aan te brengen. Veel werkgevers zijn risicomijdend en kiezen liever iemand met veel ervaring. Je kunt in dat geval beter een tussenstap maken. Stel, je wilt als projectleider in de ICT graag voor jezelf beginnen als marketing/communicatie medewerk(st)er. Dan kun je beter eerst voor jezelf beginnen in de ICT of in loondienst gaan werken in het marketing/communicatievak.

Het gaat uiteraard niet alleen om jouw wensen en talenten, maar ook om wat het bedrijf nodig heeft. Omgekeerd geldt ook, zoals we later (in hoofdstuk 3) zullen zien, dat je jezelf geen dienst bewijst (en jouw bedrijf ook niet) door (te lang) op een stoel te gaan zitten die niet bij jou past. It takes two to tango.